Schuldvernieuwing | 3 Voor zover een of meerdere schulden die behoorden tot de eigenwoningschuld laatstelijk hebben bestaan en voor een bedrag overeenstemmend met of lager dan de laatste omvang van die schuld, onderscheidenlijk schulden, een of meer nieuwe schulden als bedoeld in artikel 3.119a, eerste lid , worden aangegaan, wordt de formule in het eerste lid per schuld als volgt toegepast: -
a. onder B 0wordt verstaan: de laatste omvang van de voorgaande schuld, dan wel indien het bedrag van de nieuwe schuld lager is, dit lagere bedrag; -
b. onder i mwordt verstaan: de maandelijkse rentevoet op het moment van aangaan van de nieuwe schuld; -
c. onder x wordt verstaan: het aantal verstreken gehele kalendermaanden van de looptijd vanaf het moment direct voorafgaand aan het aangaan van de nieuwe schuld, en -
d. onder n wordt verstaan: de nog resterende maximale looptijd van de oorspronkelijke maximale looptijd van 360 maanden van de voorgaande schuld in maanden op het laatste moment dat deze schuld bestond. 4 Het derde lid vindt geen toepassing voor zover de in dat lid bedoelde schuld of schulden die laatstelijk hebben bestaan: -
a. behoorden tot de bestaande eigenwoningschuld, bedoeld in artikel 10bis.1, eerste lid , of -
b. in de jaren 2001 tot en met 2012 behoorden tot de eigenwoningschuld. 5 Indien bij de toepassing van het derde lid meerdere schulden laatstelijk hebben bestaan waarvan de resterende maximale looptijd verschilt en voor een bedrag lager dan de gezamenlijke omvang van die schulden een of meerdere nieuwe schulden als bedoeld in artikel 3.119a, eerste lid , worden aangegaan, wordt voor de toepassing van het derde lid van die meerdere schulden die laatstelijk hebben bestaan eerst de schuld met de kortste resterende maximale looptijd in aanmerking genomen. 6 Voor zover de nieuwe eigenwoningschuld, verminderd met de eigenwoningschuld waarop de aflossingsstand, bedoeld in artikel 3.119d , is toegepast, de laatste omvang van de voorgaande eigenwoningschuld, uiterlijk op het moment direct voorafgaand aan het aangaan van de nieuwe schuld of schulden, overtreft, geldt voor de nieuwe schuld, onderscheidenlijk schulden, de formule van het eerste lid, waarbij onder n wordt verstaan: de maximale looptijd van 360 maanden. |